Het was gedurfd, de deadline die ik mezelf oplegde in februari. 30 april zou de tekst van mijn boek af zijn. Maart zat nog vol met werk, maar in april kon ik dan volledig focussen op schrijven. Er van uitgaande dat ik dan per mei weer een klus had.
Het liep anders.
Mijn lopende klus rondde ik een maand eerder af, en ik had nog geen vervolg. De afgelopen zeven weken moest ik me daarom echt focussen op het vinden van nieuwe klussen; als ondernemer met een ondernemende vrouw zonder inkomen heb je wat minder speling.
Kortom: – je voelt hem al aankomen – de deadline van 30 april heb ik niet gehaald. De teller staat op een keurige 51.434 woorden, maar het is nog geen geheel. Wel stond het denkwerk niet stil, en heb ik een overkoepelde thematiek te pakken die de samenvatting overstijgt. De verwoording van wat ik ten diepste wil vertellen moet nog worden uitgewerkt, maar het komt – in het kort – ongeveer op het volgende neer:
Ik geloof dat als je met vreugde en verwondering naar de wereld kijkt, je in tijden van crisis betekenis kan vinden in het alledaagse.
Ik beloof nu niet dat ik 30 mei ga halen, maar nu ik weer een klus heb kan ik me weer meer bezig houden met het boek*.
Bear with me,
Mark