Dit is een stuk uit mijn boek-in-wording. De tekst tussen haken […] is vooral bedoeld om de context weer te geven.

[Een verhandeling over Cindy en Dr. Pepper.]
Gij zult geen andere goden hebben.
Dat is andere koek. Want dat bepalen we potverdorie zelf wel even, toch? Zelfs de Israëlieten die met Mozes door de woestijn trokken waren niet direct enthousiast over deze betutteling van bovenaf, en ze maakten een gouden kalf en aanbaden deze. En deze regel is niet zomaar een facultatief regeltje in het spreekwoordelijke rechter rijtje dat was afgevallen als de hele handel teruggebracht moest worden tot een ferme drie-punten preek. Nee, in de protestante, katholieke en oosters-orthodoxe tradities staat deze regel op een (soms gedeelde) eerste plek. Paradoxaal genoeg hebben juist de katholieken, toch niet de meest sobere stroming van het rijtje, het verbod op het maken van afgodsbeelden er bij getrokken om samen de eerste regel te vormen. Dat terwijl juist zij vaak het verwijt krijgen om beelden, met name die van Jezus en de Heilige Maria, te maken. Daarnaast vinden we in de Joodse indeling het gebod, dat eigenlijk een verbod is, op de tweede plek. Maar los van de precieze plek in het rijtje: het is de bedenker van de regel menens. Het is ook een persoonlijke issue, want het woord dat wij vertalen als ‘goden’ is het Hebreeuwse אֱלֹהִ֥֨ים of elohim. Waar in de eerste boeken van de Bijbel wordt gesproken over God, wordt meestal exact dat woord gebruikt. Dat woord elohim is een meervoudsvorm. Deze God spreekt over zichzelf in meervoud.
Het belang van dit gebod is niet te onderschatten. Wij in het toch wat seculiere Westen zijn niet gewend om het over de plek van of het gebrek aan God in onze levens te praten. De meer legalistische oproepen om niet te stelen of te moorden kunnen wij veel makkelijker plaatsen in wet- en regelgeving. Maar ‘geen andere goden’? Voor velen is er überhaupt geen plek voor die ene uit de Bijbel, laat staan voor ‘anderen’. Echter, voor vrijwel de gehele menselijke geschiedenis is de ‘godsvraag’ een uiterst relevante geweest. Om dat duidelijk te maken is het interessant om te kijken naar hoe de Joodse indeling van de twaalf regels (of de aseret ha-dibrot, tien woorden, zoals zij dat noemen) is gemaakt. Daar staat het alleenrecht van elohim op aanbidding door het volk namelijk niet op de eerste, maar op de twee plek. Op de eerste plek staat een zin die eigenlijk de toon zet voor alles wat er na komt.
“Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd.”
Aangenaam, maar wat heeft ons dat te zeggen zou je denken. Nou, op het eerste gezicht niet zoveel. En dat is mogelijk ook de reden dat in de christelijke traditie deze zin niet is opgenomen binnen de Tien Geboden. Cindy, de logistiek manager van Dr. Pepper is namelijk niet uit Egypte bevrijd. Echter, voor de Joden was, en is, dit het leitmotiv van de gehele geschiedenis. De God van Israël heeft hen bevrijd van de slavernij, bevrijd van het juk van de farao. Deze farao werd aanbeden als een god in het oude Egypte. En het verhaal dat daar bij hoorde was er eentje van onderdrukking, van lijden en van waardeloosheid. De God van Israël zet er een ander verhaal tegenover: je bent waardevol omdat je mijn kind bent.
Veel mensen zien het concept van de zondagsrust als een niet-mogen. Je mag geen tv kijken, je mag niet voetballen, mag niet, mag niet, mag niet. Wat wel mag is naar de kerk gaan. De kerk waarvan je vervolgens ook weer van alles niet mag. Als vrouw een broek dragen, porno kijken, Halloween vieren… Wat mij betreft gaat de zondagsrust niet over niet-mogen, maar over niet-hoeven. Daarom houden christenen de rustdag (iets dat de joden op zaterdag doen, en de moslims op vrijdag) op zondag; de eerste dag van de week. De eerste dag van de opstanding. Je hoeft niet te werken om van waarde te zijn. Je hoeft niet moe te zijn om te mogen rusten. Deze god is er niet op uit om jouw volk te onderdrukken en een pyramide te laten bouwen voor zichzelf. Deze god plaatst jou in een paradijselijke tuin. Nadat hij zelf zes dagen gewerkt had, rustte hij uit.
In die rust deelt de mens op de eerste dag.
Rust.
Ik zou zeggen, eerder een feestdag dan een rustdag. De nadruk op de rustdag komt eerder uit het protestantisme omdat men daar de zondag wat letterlijker gelijkstelde met de sabbath. Terwijl wij eerder zeggen dat Christus de sabbath is en op zondag vieren we Christus. Daar zit dus een soort tussenstap in die het resultaat wel net wat anders kleurt.