Gisteravond keken we met vier mensen een van de – wat mij betreft – beste films aller tijden weer eens: The Matrix. Koppie thee, schaaltje chips en gaan. Het is bijzonder om te merken dat de film, die in 1999 uitkwam, op het moment van verschijnen uiterst futuristisch aandeed maar inmiddels qua thematiek zo goed als achterhaald aanvoelt. Zelden heb ik science fiction zo actueel zien worden.
In mijn boek wordt de film ook terloop genoemd, dus bij deze een kleine, contextloze, preview.
“ […] Ondertussen lijkt niemand enthousiast over The Matrix. Daarmee bedoel ik niet de film, want het staat buiten kijf dat de wereld niet vaak zo’n meeslepend, artistiek hoogstaand én profetisch kunstwerk heeft meegemaakt. Want een kunstwerk is het, en profetisch is het zeker. Ga maar na: iemand ontwaakt uit een soort bubbel waarin zijn fysieke lichaam slechts ten dienste staat van een soort mechanische entiteit en waar hem een virtuele wereld wordt voorgehouden waarin hij denkt alles te hebben wat hij zoekt, maar waar ondertussen ‘het echte leven’ volledig ontbreekt en er uiteindelijk iemand anders aan de touwtjes trekt.
Lees die laatste zin rustig nog eens.
Díe Matrix, die heeft weinig fans. Niet veel mensen zullen de film bekijken en denken: “Joh, Neo. Doe niet zo moeilijk. Druk die stekker terug en geniet een beetje van het leven. Bijna iedereen zit toch in The Matrix?” Toch is dit een beetje vergelijkbaar met de reacties die ik kreeg nadat ik stopte met Facebook, en later met Whatsapp. We worden allemaal een virtuele, digitale wereld ingezogen waar naar mijn idee het echte leven niet is. Niets voor bloeien mensen vaak op als ze twee weken gaan kamperen, een stevige boswandeling maken of met vrienden op een zonnige dag in het park picknicken. Even weg van de Matrix met haar algoritmes, notificaties en gejaagdheid. Even afgezonderd, al dan niet alleen, op een berg, in een bos of desnoods een grot.”